Bewering en feit 9.

Bewering:
“Ontwikkelen van Rijnenburg is veel duurder dan binnenstedelijk ontwikkelen.”

Feit:
Rijnenburg is een ‘lege’ polder met weinig obstakels, een goede bereikbaarheid en volop ruimte voor innovatieve en snelle bouwmethodes om grote aantallen betaalbare woningen te realiseren. Dit in tegenstelling tot de vele binnenstedelijke bouwlocaties met een beperkte ruimte, slechte bereikbaarheid en veel conflicterende belangen. Wij gaan deze aspecten zeker niet uit de weg, maar het maakt bouwen binnenstedelijk complex, langjarig en dus duur.

Binnenstedelijke problemen

Binnenstedelijke plannen hebben vaak een grotere woningdichtheid dan plannen in de polder. Zeker in Utrecht is daar de komende 20 jaar sprake van. Dit is te zien bij de grootschalige binnenstedelijke plannen Merwede, De Nieuwe Jaarbeurs en Cartesius, waar veel appartementen per hectare worden gebouwd.

Vergeleken met deze (grote) gebiedsontwikkelingen biedt Rijnenburg meer kansen voor conceptueel bouwen. In de polder lopen ontwikkelaars niet of nauwelijks tegen binnenstedelijke problemen aan zoals krappe bouwplaatsen, slechte bereikbaarheid voor bouwverkeer en onveilige situaties. De 60 duizend nieuwbouwwoningen die Utrecht tussen nu en 2040 wil bouwen, moeten bovendien allemaal energieneutraal zijn. Bij hogere dichtheden is dat moeilijker realiseerbaar en kostbaarder.

Rijnenburg vraagt uiteraard om forse investeringen in openbaar vervoer, auto- en fietsontsluitingen. Daar tegenover staat dat vergeleken met binnenstedelijke projecten  doelmatige parkeeroplossingen minder kostbaar zijn.

Het is een illusie om te denken dat binnenstedelijk bouwen leidt tot minder of beperktere investeringen. Door de toenemende druk op de openbare ruimte zijn namelijk ook meer investeringen nodig in bruggen, aanpassingen van parken en groen, en wegen- en fietsnetwerken en bestaande ondergrondse infrastructuur zoals kabels en leidingen.




Terug