Wonen in Rijnenburg
Rijnenburg kan invulling geven aan de grote woningbehoefte van inwoners van de stad Utrecht en de regio. Het tekort aan betaalbare woningen in Utrecht is enorm. We streven naar een passend, duurzaam en betaalbaar thuis voor iedereen die graag in onze mooie stad en regio wil (blijven) wonen, werken en leven.
Wij vragen de politiek in Utrecht te kiezen voor wonen in Rijnenburg. Wij staan klaar om samen met gemeente Utrecht en omliggende gemeenten een integrale gebiedsontwikkeling voor Rijnenburg te starten zodat voor 2030 de eerste woningen kunnen worden bewoond. Rijnenburg als toekomstige woonplek die tegelijkertijd duurzame energie levert aan de rest van de stad Utrecht.
Welke kansen liggen er?
- Bijdragen aan de hoognodige uitbreiding van de (betaalbare) woningvoorraad in de Utrechtse regio
- Creëren van een tijdelijk energielandschap
- Zorgen voor hoogwaardige openbaar vervoers- en fietsverbindingen
- Realiseren van energieleverende, klimaatadaptieve en circulaire woningbouw
- Integreren van bestaande structuren en landschappelijke kwaliteiten met ruimte voor groen, natuur en recreatie
- Creëren van werkplekken
Wat is juist en wat niet?
Welke bijdrage kan Rijnenburg leveren aan het regionale woningtekort en welke misvattingen bestaan hierover? Lees hieronder over de beweringen, misvattingen en feiten die wij hebben onderzocht.
Bewering en feit 1.
Bewering:
“Bouwen in Rijnenburg is helemaal niet nodig. Er is binnen de stadsgrenzen ruimte voor 60.000 nieuwe woningen.”
Feit:
In de Ruimtelijke Strategie Utrecht 2040 (RSU2040) wordt ingezet op binnenstedelijk wonen met een sterke nadruk op het bouwen van appartementen. Om een gezonde stad te zijn en te blijven én om aan de vraag naar betaalbare eengezinswoningen te voldoen, is Rijnenburg nodig.
Bewering en feit 2.
Bewering:
“De aanleg van noodzakelijke infrastructuur met OV voor Rijnenburg is lastig en kost 4 miljard euro.”
Feit:
Volgens onderzoek van gemeente Utrecht kan Rijnenburg goed worden ontsloten met een tramlijn, HOV-lijn, fietsroute en auto. Dit kost ca. 1,1 miljard euro. Een aanmerkelijk lager bedrag dan de 4 miljard die vaak wordt gesuggereerd. Bestaande en nieuwe verbindingen zorgen ervoor dat Rijnenburg kan functioneren. Als zelfstandige wijk, als onderdeel van Utrecht én als ‘tienminutenstad’.
Bewering en feit 3.
Bewering:
“Rijnenburg ontwikkelen duurt lang. Minstens 15 jaar en waarschijnlijk nog langer.”
Feit:
Het ontwikkelen van grote locaties zoals Rijnenburg is complex. Door een goede samenwerking tussen overheden, belanghebbenden en marktpartijen kan dit in 5 tot 7 jaar en dus véél sneller.
Bewering en feit 4.
Bewering:
“In Rijnenburg moet een energielandschap komen. Daarmee kunnen zo’n 82.000 Utrechtse huishoudens van energie worden voorzien.”
Feit:
De huidige voorstellen van energiepartijen omvatten 3 windmolens en 8 ha. zonnepanelen in Rijnenburg. Dit genereert voor circa 7.600 huishoudens duurzame energie. Daar staat tegenover dat 30.000 nieuwe woningen met zonnedaken in Rijnenburg, naast de eigen energiebehoefte, zorgen voor een veelvoud aan extra duurzame energie. Goed voor ca. 48.000 Utrechtse huishoudens.
Bewering en feit 5.
Bewering:
“Rijnenburg is een laaggelegen polder. Dat brengt een overstromingsrisico met zich mee.”
Feit:
Rijnenburg onderscheidt zich qua ligging niet van andere woongebieden, zoals delen in Leidsche Rijn. En dus moet ook bouwen in Rijnenburg samengaan met een klimaatadaptief en robuust watersysteem. Uitgebreid onderzoek wijst uit dat daarmee voor Rijnenburg weinig tot geen beperkingen zijn voor woningbouw in relatie tot de wateropgave.
Bewering en feit 6.
Bewering:
“Er zijn geen verbindingen met de bestaande stad. Daarom is bouwen in Rijnenburg niet wenselijk.”
Feit:
Bestaande en nieuwe verbindingen (inclusief OV- en fietsverbindingen) zullen ervoor zorgen dat Rijnenburg kan functioneren als een zelfstandige wijk én als onderdeel van Utrecht als tienminutenstad. Met als bonus voor heel Utrecht toegang tot extra recreatie- en sportvoorzieningen (waaronder een roeibaan).
Bewering en feit 7.
Bewering:
“De polder Rijnenburg heeft bijzondere en waardevolle ecologische en natuurwaarden. Die gaan verloren als je gaat bouwen.”
Feit:
Het grootste deel van het gebied Rijnenburg bestaat uit grasland waar de natuurontwikkeling is achtergebleven. De ontwikkeling van Rijnenburg biedt juist kansen om de biodiversiteit in het gebied te vergroten. Onder andere door een landschappelijke inpassing van het nieuwe woongebied en natuurinclusief bouwen als norm te hanteren.
Bewering en feit 8.
Feit:
Bewering en feit 9.
Bewering:
“Ontwikkelen van Rijnenburg is veel duurder dan binnenstedelijk ontwikkelen.”
Feit:
Rijnenburg is een ‘lege’ polder met weinig obstakels, een goede bereikbaarheid en volop ruimte voor innovatieve en snelle bouwmethodes om grote aantallen betaalbare woningen te realiseren. Dit in tegenstelling tot de vele binnenstedelijke bouwlocaties met een beperkte ruimte, slechte bereikbaarheid en veel conflicterende belangen. Wij gaan deze aspecten zeker niet uit de weg, maar het maakt bouwen binnenstedelijk complex, langjarig en dus duur.
Bewering en feit 10.
Bewering:
“Ontwikkelaars bouwen vooral op plekken waar ze gemakkelijk en veel geld kunnen verdienen. Rijnenburg is ook zo’n plek.”
Feit:
Ontwikkelaars bouwen op basis van de vraag, de ruimte en beleid van de overheid. Zowel binnenstedelijk als daarbuiten. De vraag naar woningen in Utrecht overstijgt het aanbod en de beschikbare ruimte binnenstedelijk om er te bouwen. Daarnaast is er vraag naar verschillende type woningen voor verschillende doelgroepen. Wij willen een evenwichtige balans op de Utrechtse woningmarkt en een grote variatie in (betaalbare) woningen voor woningzoekenden.